Faalangst
Faalangst
Faalangst is letterlijk de angst om te falen. Bang zijn om iets fout te doen. Geen uitdagingen aangaan omdat je bang bent dat je het niet goed doet. Faalangst komt in verschillende mate voor, maar het heeft invloed op het doen en laten in het dagelijks leven.
Doordat je bang bent om fouten te maken, kan dit stress veroorzaken. Die stress kan er ook weer voor zorgen dat de faalangst versterkt wordt en zo kom je in een cirkel terecht.
Faalangst kan voorkomen op drie verschillende gebieden:
– Cognitief: faalangst op het gebied van leren, bijvoorbeeld voor een toets
– Sociaal: faalangst op het gebied van contact maken met anderen, bijvoorbeeld een vraag durven stellen
– Motoriek: faalangst op het gebied van bewegen. Dit kan zowel in de fijne als in de grove motoriek zitten. Bijvoorbeeld een tekening maken en een onderdeel bij de gymles.
Cognitieve faalangst kan onderverdeeld worden in twee groepen:
– Actieve faalangst: deze kinderen streven naar de beste resultaten, maar het zal nooit goed genoeg zijn. Zij leren heel veel uit het hoofd, ze steunen op hun geheugen en lopen vast als de hoeveelheid lesstof toeneemt.
– Passieve faalangst: deze kinderen hebben ervaren dat hun inspanningen nergens toe leiden. Hoe meer inspanning, hoe groter de teleurstelling als het niet lukt. Deze vorm van faalangst uit zich door dagdromen, helemaal niks meer doen, clownesk gedrag.
Kinderen met faalangst kunnen bang zijn voor het onbekende en kunnen zich daardoor afsluiten en afzonderen van de rest van de familie, van vriendjes en vriendinnetjes en van hun klasgenoten.